Is het verzoekschrift tot toekenning van transitievergoeding tijdig ingediend?

Opzegging arbeidsovereenkomst "per 1 maart 2018" o.g.v. langdurige arbeidsongeschiktheid. Is verzoekschrift toekenning transitievergoeding tijdig ingediend? Uitleg art. 7:672 lid 1 BW en art. 7:686a lid 4, onder b, BW. Kan suppletieregeling in CAO worden aangemerkt als gelijkwaardige voorziening in de zin van art. 7:673b BW?

De ABN Amro heeft de arbeidsovereenkomst met een werkneemster wegens langdurige arbeidsongeschiktheid opgezegd per “1 maart 2018”. De werkneemster heeft echter geen transitievergoeding gekregen, omdat in de toepasselijke CAO zou zijn voorzien in een aan de transitievergoeding gelijkwaardige voorziening als bedoeld in art. 7:673b (oud) BW. De werkneemster was het daar niet mee eens en had daartoe een verzoekschrift ingediend dat op 30 mei 2018 door de rechtbank was ontvangen. De vraag was of de werkneemster op tijd het verzoekschrift had ingediend. De termijn voor het aanvragen van een transitievergoeding begint op de eerste dag na de laatste werkdag, en eindigt precies drie maanden na het einde van de laatste werkdag. Maar wat is eigenlijk de laatste dag van het dienstverband? Is dat 28 februari 2018 of 1 maart 2018? De Hoge Raad oordeelde dat de arbeidsovereenkomst eindigde om 28 februari 2018 om 24.00 uur . De werkneemster had dus uiterlijk op 28 mei 2018 vóór 24.00 uur haar verzoekschrift moeten hebben ingediend. Nu het verzoekschrift op 30 mei 2018 is ingediend, is de werkneemster niet-ontvankelijk in haar verzoek en kan ze ook geen transitievergoeding meer ontvangen. Lees hier de volledige uitspraak.